Waarom is het maaksel van een diamant zo belangrijk
Het maaksel (slijpkwaliteit) van een diamant bepaalt hoeveel licht de steen reflecteert. Hoe mooi, zuiver en groot de diamant ook is, het blijft saai en levenloos als er maar een klein beetje licht wordt gereflecteerd. Een diamant met een goede maaksel creëert vuur, glans en uitstraling.
Wanneer we praten over het maaksel of het slijpsel van de diamant, moeten we opletten dat we deze niet verwarren met de diamant- of slijpvorm. Het maaksel verwijst naar de symmetrie van de facetten, de hoeken, en veel meer. De diamantvorm verwijst naar de externe vorm, zoals onder andere rond, ovaal, vierkant, kussen- en hartvormig.
Voordat we verder gaan, bekijken we eerst hoe het slijpsel van diamanten is geëvolueerd sinds het slijpen begon in de Middeleeuwen.
De geschiedenis van diamantslijpsel
Ruwe diamanten komen voor in alle vormen en maten. De natuurlijke vorm is allesbehalve spectaculair. Diamanten moeten worden geslepen om hun innerlijke schoonheid te onthullen.
Juweliers kwamen tot dit besef in het midden van de 15de eeuw. Ze ontdekten dat de kristallen in ruwe diamanten achtkantig waren en begonnen deze 8 natuurlijke facetten te polijsten om de bruikbaarheid en schoonheid van de steen te verhogen. Deze vorm van polijsten staat nu gekend als puntslijpsel.
In de daaropvolgende decennia werkten juweliers aan een verbetering van het puntslijpsel. Ze zaagden een stukje af de achtkant om een platte tafel te bekomen en voegden een kollet toe om te voorkomen dat de edelsteen zou barsten. Gedurende deze jaren benadrukte de Vlaamse polijster Lodewyk van Bercken dat elke edelsteen absoluut symmetrisch moest zijn.
In de 16de en 17de eeuw experimenteerden juweliers met het toevoegen van extra facetten. Rosette-geslepen diamanten met driehoekige facetten in een stralend patroon werden op de diamantmarkt in Antwerpen geïntroduceerd, in Italië werd ondertussen de Peruzzi diamant, met 33 facetten op de kroon, heel populair.
Elk van deze vroege diamantslijpsels droeg bij tot de ontwikkeling van het oude Europese slijpsel in de jaren 1800. Dit slijpsel gaf diamanten niet minder dan 58 facetten, een kleinere tafel, een groter kollet en meer diepte dan hun voorgangers. Dit was de eerste stap naar de ronde briljant geslepen diamanten die vandaag zo gegeerd zijn.
Aan het begin van de 20ste eeuw hadden juweliers toegang tot fijnere zagen en innovatieve draaibanken. De Poolse ingenieur Marcel Tolkowsky begon een systematische studie van het Europese slijpsel. Hij berekende hoeveel wit licht de diamanten reflecteerden en evalueerde het vuur dat verscheen wanneer dat witte licht in alle kleuren van de regenboog naar buiten werd verstrooid.
Tolkowsky gebruikte wiskunde om elk element van het Europese slijpsel te herontwerpen. Het resultaat van zijn werk was een buitengewoon mooi nieuw diamantslijpsel: de ronde briljant diamant. Het kreeg die naam omdat het de schittering, vuur en de glans van elk diamant kristal maximaliseerde.
Vandaag zijn zowat 75% van alle diamanten in verlovingsringen, trouw-ringen en andere juwelen gevuld met licht en vuur dankzij het ronde briljant slijpsel.
We bekijken nu de primaire elementen van het maaksel van een diamant.
De wetenschap die diamantslijpen ondersteunt
De beste edelsteen experten bestuderen de ruwe diamant nauwkeurig voor ze deze slijpen. Ze bekijken de nerven, eventuele foutjes en de precieze afmetingen. Daarna besluiten ze hoe ze de schoonheid in die specifieke steen het best tot uiting brengen, gebruik makende van symmetrie, proportie en polijsten.
Symmetrie – De mooiste diamanten zijn perfect symmetrisch. Dat betekent dat alle facetten aan gelijk welke kant identiek zijn aan de facetten er recht tegenover.
De ronde briljant geslepen diamanten van vandaag hebben 58 facetten indien er een kollet werd toegevoegd, 57 zonder kollet. De experten hebben verschillende soorten facetten een naam gegeven zodat ze heel specifiek kunnen zijn in hun werk. Op de kroon van een diamant, rond de tafel, vinden we de ster (star), vlieger (kite) en hogere gordel (upper girdle) facetten. De lagere gordel (lower girdle) en paviljoen (pavilion) facetten reiken van de gordel tot de onderkant van de diamant. Indien een kollet werd toegevoegd, is dit het onderste of laagste facet.
Proporties – De proporties van een diamant zijn bijna altijd gebaseerd op het ideale diamant ontwerp van Tolkowsky. Ze worden bekomen op basis van de diameter van de diamant en zorgen voor optimale lichtreflectie. Dit zijn de wiskundige regels:
- De totale diepte moet 59,3% van de diameter bedragen.
- De tafel mag niet meer dan 53% van de diameter meten.
- De hoogte van de diamantkroon moet gelijk zijn aan 16,2% van de diameter.
- De diepte van het diamantpaviljoen moet 43,1% van de diameter behelzen.
- De kroon moet een hoek van 34,5 graden vormen.
- Het paviljoen moet een hoek van 40,75 graden zijn.
Wanneer de edelsteen experten willen besluiten welke proporties ideaal zijn, besteden ze speciaal aandacht aan de relatie van het karaatgewicht en de diameter van de diamant. Een diamant met een laag karaatgewicht en brede diameter is bijvoorbeeld oppervlakkig en verliest licht aan alle kanten. Een zware diamant met een te kleine diameter verliest ook licht, maar dan via het paviljoen omdat de onderkant van de diamant te diep is.
Om de ideale diamant te slijpen, moet de expert het perfecte evenwicht vinden tussen het karaatgewicht en de diameter van de diamant zodat al het licht dat de diamant raakt via de kroon in de diamant wordt gereflecteerd en opnieuw via de kroon naar buiten wordt geleid.
Polijsten – Een van de laatste stappen in het slijpproces is het polijsten. Het slijpen van de diamant veroorzaakt kleine oneffenheden op het oppervlak van de edelsteen en deze oneffenheden hinderen de reflectie van licht. Diamanten worden gepolijst met diamantstof en andere schuurmiddelen om het oppervlak glad te maken. Zo komt het licht in de steen en wordt het weer naar buiten gereflecteerd zonder hindernissen.
Ervaren edelsteen experten besteden aandacht aan de symmetrie, proporties en het polijsten van iedere goed geslepen diamant, maar bij 1% verdubbelen ze hun inspanningen om hart en pijlvormige diamanten te creëren.
Harten en pijlen – De Japanners waren eerst om hart- en pijlvormige diamanten te creëren in de jaren ‘80. Japanse juweliers optimaliseerden de symmetrie van de diamant, veranderden het facet patroon en namen extra tijd om de stenen te polijsten. Het resultaat was een uitzonderlijke diamant met acht interne symmetrische pijlen wanneer de diamant van bovenaf wordt bekeken, en acht interne symmetrische harten wanneer de diamant van onderaf wordt beschouwd.
Vandaag worden harten en pijlen diamanten gemaakt door juweliers overal ter wereld. Ze kosten meer dan de ronde briljante diamanten maar deze investering zijn ze wel waard: ze zijn uitzonderlijk briljant en de harten die binnenin zijn verborgen, bieden extra allure.
Schittering, verstrooiing en fonkeling
Doorheen dit artikel hebben we het herhaaldelijk gehad over het belang van de reflectie van licht in de diamant. Wanneer een diamant correct wordt geslepen, komt licht binnen via de bovenkant van de diamant, reflecteert het van de ene facet naar de andere en verlaat de diamant vervolgens weer via de kroon. Deze reflectie van licht creëert schittering, verstrooiing en fonkeling. Wat betekenen deze woorden precies?
- Schittering (brilliance) – De schittering verwijst naar de intensiteit van wit licht dat door de kroon wordt gereflecteerd. De schittering is de basis voor de algemene schoonheid van de diamant.
- Verstrooiing (dispersion) – De verstrooiing wordt soms ook het vuur van de diamant genoemd. Het verwijst naar wit licht dat in de diamant wordt gebroken en gereflecteerd in kleuren van het zichtbare spectrum.
- Fonkeling (scintillation) – De fonkeling verwijst naar de glans van de diamant. Een diamant met goed geslepen facetten reflecteert kleine explosies van licht wanneer de diamant of het licht er rond beweegt. Dit zorgt ervoor dat de steen fonkelt.
Het maaksel van de diamant bepaalt in welke mate de edelsteen licht reflecteert en deze reflectie bepaalt dan weer de schittering, verstrooiing en fonkeling. Dit is waarom het maaksel zo belangrijk is en waarom je best kiest voor een diamant met een goede maaksel.
Hoe wordt de slijpkwaliteit van een diamant beoordeeld
In andere artikels hadden we het reeds over diamanten met diamantcertificaten van gerenommeerde edelsteen laboratoria. Een diamantcertificaat garandeert de waarde van de steen en lijst de primaire elementen van de edelsteen op, inclusief de slijpkwaliteit.
Een edelsteen laboratorium, zoals het Gemological Institute of America (GIA) of het Hoge Raad voor Diamant (HRD), beoordeelt de slijpkwaliteit door het berekenen van de proporties van de facetten en evalueert hoe goed de diamant op licht reageert om schittering, vuur en fonkeling te creëren.
De experten in het laboratorium beoordelen ook het ontwerp en vakmanschap, de correlatie tussen gewicht en diameter, de symmetrie van de facetten en de kwaliteit van het polijsten voor ze een score toekennen. De scores zijn: Uitstekend (Excellent-EX), Heel goed (Very Good-VG), Goed (Good-G) of Zwak (Fair-F).
Bij Beldiamond raden we onze klanten aan om te kiezen voor een diamant met een Uitstekende of Heel goede score. Deze stenen hebben een gelijkmatig patroon van licht en donker over het oppervlak en reageren prachtig in hun interactie met licht.
Het Da Vinci diamantslijpel
Dit artikel zou onvolledig zijn als we de Da Vinci diamant niet zouden vermelden. Leonardo Da Vinci geloofde dat alles dat werd ontworpen met de Gulden Snede (AC/CB = 1,618) bijzonder aantrekkelijk zou zijn. Hij gebruikte dit ratio in ontelbare schetsen, schilderijen en artikels. Juweliers zijn onlangs ook begonnen met het gebruiken van diamanten gebaseerd op de polygonen en Gulden Snede van Da Vinci. De resulterende diamanten zijn werkelijk verbluffend.
Of je nu op zoek bent naar een ronde briljant, een hart en pijlen diamant of een Da Vinci diamant, neem contact met ons op en we helpen je graag verder.